Portret van Dr. J.H. Kernkamp, bibliothecaris van de UB van 1946-1949
Portret van Dr. Dolf Rüter, waarnemend bibliothecaris van 1945-1946
Over het Fytopahtologisch Laboratorium 'Willie Crommelin Scholten' en het Centraal Bureau voor Schimmelcultures
IBB: de afkorting waarachter al bijna vijftig jaar de studentenflats aan de Ina Boudier-Bakkerlaan schuilgaan. Het IBB is het decor van een belangrijke periode in veel jonge mensenlevens. Het complex telt sinds 1966 bijna 1300 kamers waar in de loop van vijftig jaar zeker twintigduizend studenten hebben gewoond. Jonge mensen, die hier leren hoe ze kunnen leven samen met anderen. Die hier ruzie maken, feesten geven, liefhebben, dronken of stoned worden, zich vervelen, uitbundig plezier maken, de wet (een klein beetje) overtreden, koken en eten. Die hier rommel maken en weer opruimen. Die hier eenzaam zijn, zich leren aanpassen of juist gek worden van de drukte om hen heen. Die hier – dat toch ook – leren en studeren en zich voorbereiden op een plek in de wereld. Al die kamers, al die bewoners, al die jaren, al die herinneringen, al die verhalen: samen vormen ze het IBB-boek. - Met lijst van (oud)-bewoners
Wim Meeus werkte van 1975 tot en met 2012 aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij studeerde in 1975 af in de sociale psychologie in Nijmegen, promoveerde in 1984 cum laude in Utrecht en was vanaf 1991 hoogleraar Adolescentie te Utrecht. Vanaf 1991 leidde hij het onderzoeksprogramma Adolescent Development. Hij initieerde de research master Development and Socialization in Childhood and Adolescence in 2003. Hij was voorzitter van de landelijke onderzoeksschool ISED (Institute for the Study of Education and Human Development), ruim 10 jaar wetenschappelijk directeur van de Utrechtse locatie van ISED, vanaf 1990 tot heden onafgebroken lid van besturen van diverse stichtingen en programma’s van Maatschappij en Gedragswetenschappen (MAGW) van NWO, en van 2003-2009 lid van het gebiedsbestuur MAGW. In 2011 schreef hij het eerste plan voor het strategische thema Jeugd en Identiteit van de Universiteit Utrecht en vanaf 2012 is hij president van The European Association for Research on Adolescence (EARA). Zijn onderzoek richtte zich aanvankelijk op de theoretische grondslagen van groepsdynamica en kritische psychologie en nam een empirische wending met een serie van 19 sociaalpsychologische experimenten naar gehoorzaamheid aan autoriteit die hij samen met Quinten Raaijmakers uitvoerde in het begin van de jaren tachtig. Vanaf het midden van de jaren tachtig richtte hij zich op de adolescentie, was mede-hoofdonderzoeker van het eerste nationale survey Opvoeden in Nederland in 1993, en hoofdonderzoeker of mede-hoofdonderzoeker van vijf langlopende longitudinale studies naar de ontwikkeling van adolescenten. Het longitudinale onderzoek bestrijkt een breed gebied van de adolescente ontwikkeling en het afscheidscollege biedt een beknopt overzicht van longitudinale modellen en een deel van de inhoudelijk bevindingen. Daarnaast geeft het afscheidscollege een overzicht van de turbulente ontwikkeling van de Faculteit Sociale Wetenschappen UU 1975-2012. Meeus zet het longitudinale onderzoek aan de UU voort, ondermeer in het zwaartekrachtprogramma Individual Development, en is per 1 januari 2013 als hoogleraar Ontwikkelingspsychologie verbonden aan de Universiteit van Tilburg.
Interview met Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hij weet hoe de Nederlander zich voelt