Op 10 mei 2008 was het precies 150 jaar geleden dat prof. mr. W.L.P.A. Molengraaff (1858-1931), de naamgever van het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht te Utrecht, geboren werd. Meer dan drie decennia was hij als hoogleraar handelsrecht en burgerlijk procesrecht verbonden aan de Universiteit Utrecht. Met zijn talloze, toonaangevende publicaties op bijna ieder gebied van de rechtswetenschap heeft hij een belangrijk stempel gedrukt op de rechtsontwikkeling in de twintigste eeuw. Maar ook voor de moderne jurist blijft het werk van Molengraaff van waarde. In deze bundel wordt – ter ere van Molengraaff – een twintigtal actuele juridische kwesties besproken door evenzoveel onderzoekers van het Molengraaff Instituut. Elk van hen had daarbij dezelfde centrale vraagstelling in het achterhoofd: wat zou Molengraaff hiervan hebben gedacht? Dat er in de voorliggende bundel steeds weer een antwoord kan worden gegeven op deze vraag, illustreert de vooruitziende blik van Molengraaff. Molengraaff was én is een instituut.
‘Verleden, heden en toekomst’, heette de afscheidslezing die Poppe de Boer, emeritus hoogleraar Sedimentologie aan de Universiteit Utrecht, 17 december jongstleden gaf. Geo.brief blikt met hem terug op zijn loopbaan en kijkt met hem vooruit.
This article considers the influence of legal education based on the Dutch tradition of legal humanism on a Scottish student of the late seventeenth-century. An annotated textbook retained by Charles Binning contains notes from his studies with the Utrecht professor Cornelis van Eck and provides evidence for Van Eck’s teaching practices. Their education abroad equipped Scottish legal students for the professional, intellectual and cultural lives they would lead when they returned home. Exposure to the ideas contained in the books they studied and their relationships with the Continental learned gave Scottish scholars admission into the international Republic of Letters. This had significance for the development of the Scottish Enlightenment.