Hein Boeken - P.C. Boutens - Carry van Bruggen - Louis Couperus - Reinier van Genderen Stort - mej. E.C. Knappert - J.H. Leopold- Johan de Meeste r- Top Naeff- het echtpaar Simons-Mees - Nico van Suchtelen- prof. Vogelsang en Het Congres.
The optical lantern was the central medium through which Art History professor Willem Vogelsang (1875-1954) taught his students ‘how to see’. As the first ordinarius in Art History in the Netherlands, Vogelsang focused on creating the right educational setting to turn his students into professional art historians. In his lectures the optical lantern and its projected images functioned as a didactic instrument to make his students (visually) understand compositional and stylistic differences and similarities within and between artworks. The lantern allowed Vogelsang to visually open up the world of art history to a whole new generation of art historians.
Musicology became a fully-fledged academic study in the Netherlands in 1930 when both the Chair in Musicology and the Institute for Music History were founded at Utrecht University. Using sources such as archives, newspapers, personal memories of old studies in letters, and a talk on the occasion of the 50th anniversary of the institute, this article describes the history of musicology Utrecht, its curriculum and what the first professor in musicology Albert Smijers expected of his students in the first decade of the institute’s existence.
De bio-informatica begon in Leiden op een gigantische computer met amper rekenkracht. Het vak is nu niet meer weg te denken.
Kees de Jager's lange leven is rijk aan ervaringen, observaties en resultaten. Jaren geleden besloot hij deze op schrift te stellen, wat leidde tot scherpzinnige, humorvolle en gepassioneerde columns in het magazine Zenit. De terugblik was geboren en tot op de dag van vandaag levert Kees de Jager elke maand een nieuwe column. Ter ere van zijn honderdste levensjaar zijn deze columns gebundeld in de uitgave ‘Terugblik-2.
De van oorsprong Duitse wetenschapper Theodor Wilhelm Engelman (1843-1909) en zijn tweede vrouw, de pianiste Emma Brandes (1853-1940) organiseerden aan het eind van de 19e eeuw privéconcerten bij hen thuis op het Lucasbolwerk 16 en later aan de Maliebaan 52 in Utrecht. Veel beroemde musici waren er graag geziene gasten.
De dominee-dichters van de 19e eeuw staan traditioneel te boek als saai, braaf en moralistisch. Een van hen was Nicolaas Beets (1814-1903). Tegelijk vormt hij hierop een uitzondering dankzij de befaamde verhalenbundel Camera obscura, die hij schreef als theologiestudent in Leiden. Het grootse deel van zijn leven woonde Beets echter in Utrecht, waar hij betrokken was bij lokale instellingen en talrijke gelegenheidsgedichten schreef.