Ook over herdenkingsplaat Utrecht, WO II en i.h.b. ook de hoogleraar Julius Wolff (1882-1945)
Geen last meer van bestuurlijke of andere beslommeringen en geld genoeg om tot aan je pensioen ongestoord onderzoek te kunnen doen. Die buitenkans kreeg Hans Duistermaat toen hij eind april door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen werd aangesteld als Akademiehoogleraar. Maar dat hij de beste Nederlandse wiskundige zou zijn, zoals de KNAW beweert, vindt hij baarlijke nonsens. Of zoals wiskundigen het liever formuleren: “Die bewering is aantoonbaar fout.”
Een beschrijving van de kaartencollectie van de Utrechtse hoogleraar in de fysica Gerrit Mol (1785-1838) die bewaard wordt in de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Wiktor Eckhaus beschrijft op even beeldende als indrukwekkende wijze hoe hij als Pools-joods jongetje de Tweede Wereldoorlog beleefde en vooral overleefde. Als negenjarige maakt hij in Warschau het begin van de oorlog mee. Na talloze bange dagen in de schuilkelders, beginnen de kleine Wiktor, zijn zusje Ania en zijn moeder - zijn vader is de stad dan al ontvlucht - aan een lange reeks van omzwervingen door Polen. Herhaaldelijk ontsnappen zij op het nippertje aan gevangenneming door de Duitsers. Na de bevrijding besluiten zij Polen voorgoed vaarwel te zeggen, uit afkeer van de Russische overheersing. Uiteindelijk belanden Wiktor en zijn familie via een Oostenrijks vluchtelingenkamp in Amsterdam. Achter de sobere woorden waarmee Wiktor Eckhaus het authentieke verhaal van zijn jeugd reconstrueert, gaat een wereld schuil van beklemming, ingehouden emoties en, ten slotte, bevrijding.