De internationaal vermaarde Platokenner Cornelia de Vogel (1905-1986) is ook bekend vanwege haar levenslange zoektocht naar het ware christendom. Die queeste leidde haar eerst naar de Hervormde Kerk, maar later tot een overgang naar het katholicisme. In deze biografische studie staat de verhouding tussen haar leven en bekering centraal. Enerzijds beschrijft Paul Luykx De Vogels intellectuele en godsdienstig-theologische ontwikkeling, anderzijds demonstreert hij de doorslaggevende invloed van ervaringen, in casu de verwerking van een Grote, maar Onmogelijke Liefdesaffaire, op haar bekeringsproces. Ook De Vogels spraakmakend optreden op de rechtervleugel van het Nederlands katholicisme in de jaren 1960-1980 komt aan de orde, zoals haar conflicten met kardinaal Alfrink en haar kwalijke rol in de affaire-Schillebeeckx. Opvallend genoeg combineerde Cornelia de Vogel haar behoudende opvattingen steeds met pleidooien voor priesterschap van vrouwen en met scherpe kritiek op de traditioneel-katholieke normen terzake van moederschap en seksualiteit.
Cornelia J. de Vogel (1905-1986) was van 1947 tot 1974 hoogleraar in de geschiedenis der antieke en middeleeuwse wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Afkomstig uit een vrijzinnig-doopsgezind milieu was zij aanvankelijk actief in de idealistische jeugdbeweging van na de Eerste Wereldoorlog. In 1924 maakte zij het 'Ster-kamp' der theosofen in Ommen mee, waar onder andere de jonge Indiase leraar Krishnamurti sprak. Na enkele jaren van intensieve filosofische en theologische studie maakte zij in 1927 een bewuste keuze voor het orthodoxe protestantisme door toe te treden tot de Hervormde Kerk. In later jaren kwam zij via haar studie van de Engelse theoloog J.H. Newman in aanraking met het anglicanisme en rooms-katholicisme. In 1944 liet zij zich opnemen in de Rooms-Katholieke Kerk. In de jaren zeventig kreeg zij bekendheid als voorvechtster van de behoudende richting in de Nederlandse kerkprovincie. In haar hier uitgegeven 'Autobiografie' (1941) legt Cornelia de Vogel op scherpzinnige wijze rekenschap af van haar geestelijke en intellectuele ontwikkeling tot aan haar overgang naar de Hervormde Kerk. Het is een persoonlijk document van grote allure, waarin eruditie, analytisch vermogen en existentieel zoeken hand in hand gaan.
Hoogleraar Geschiedenis der Antieke en Middeleeuwse Wijsbegeerte