Before and after World War II, a loose movement within Dutch psychology solidified as a nascent phenomenological psychology. Dutch phenomenological psychologists attempted to generate an understanding of psychology that was based on Husserlian interpretations of phenomenological philosophy. This movement came to a halt in the 1960s, even though it had been exported to North America and elsewhere as "phenomenological psychology." Frequently referred to as the "Utrecht school," most of the activity of the group was centered at Utrecht University. In this article, the authors examine the role played by Johannes Linschoten in both aspects of the development of a phenomenological psychology: its rise in North America and Europe, and its institutional demise. By the time of his early death in 1964, Linschoten had cast considerable doubt on the possibilities of a purely phenomenological psychology. Nonetheless, his own empirical work, especially his 1956 dissertation published in German, can be seen to be a form of empiricism inspired by phenomenology but that clearly distanced itself from the more elitist and esoteric aspects of Dutch phenomenological psychology

In memoriam Prof. dr. P.A. Vroon, onderzoeker, promotor en docent in de psychologie aan de Universiteit van Utrecht

Op 14 februari 2000 overleed te Bilthoven de oud-hoogleraar sociologie Sjoerd Groenman. Van 1971 tot 1976 was hij rector magnificus van de Utrechtse universiteit

Na ruim een jaar beginnen de Utrechtse sociaal wetenschappers te wennen aan hun kort aangebonden decaan. Willem Koops neemt meestal geen blad voor de mond, maar dat hoort in de wetenschap ook niet, vindt hij. Hij kan zich ergeren aan inconsequent overheidsbeleid, zich opwinden over de bevoordeling van de bèta’s, en genieten van een scherp geformuleerde kritiek. Willem Koops over de woordkeus van Willem Frederik Hermans, de kortzichtigheid van Annette Nijs en de blijmakende droefheid van John Coltrane