Bevat bijdragen over de geschiedenis van de Utrechtse geschiedenisopleiding.
Wetenschap en religie staan vaak op gespannen voet met elkaar. Dat is geen nieuws. Met name in de negentiende eeuw komt die spanning heel duidelijk aan de oppervlakte in de strijd rond de moderne theologie. We kunnen deze relatie tussen wetenschap en religie bestuderen als een vorm van ideeëngeschiedenis op het niveau van het theologisch debat, maar er is ook nog een andere manier mogelijk: via het theologisch onderwijs. Dat is lastig omdat we natuurlijk niet goed weten wat er zich in al die collegezalen heeft afgespeeld. We kennen de handboeken die werden gebruikt en we hebben een aantal (vaak moeilijk leesbare) collegedictaten. En misschien wat herinneringen. Daar moeten we het eigenlijk mee doen. Toch zijn er collegedictaten.En misschien wat herinneringen. Maar er bestaat in de negentiende eeuw een specifiek soort bron die ons wellicht meer inzicht kan geven: het openingscollege.
Elk jaar beginnen tienduizenden eerstejaars in september aan een nieuw leven: ze worden student. Wat stond je te wachten als je in de zeventiende eeuw aan een studie begon, in Utrecht bijvoorbeeld?
Één gezamenlijk Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) in plaats van een Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU) èn een medische faculteit. Alle biomedisch onderzoek in één overkoepelend Academisch Biomedisch Cluster (ABC). En als klap op de vuurpijl een splinternieuw curriculum. Maar nog het meest spectaculair zijn de veranderingen in de studieopzet
Bij de faculteit Geesteswetenschappen verdwijnen de komende twee jaar 46 voltijdsbanen als gevolg van een reorganisatie. Voor meer dan 16 fte van de huidige medewerkers dreigt hierdoor gedwongen vertrek. Met nieuw universitair geld wil de faculteit investeren in het verhogen van de studierendementen
Dertien Utrechtse bacheloropleidingen zijn het beste in hun soort in Nederland, zo meldt de Keuzegids die vandaag is uitgekomen. Zeven krijgen het nieuwe kwaliteitsstempel 'topopleiding'. Wageningen is opnieuw de beste universiteit. Utrecht staat op een gedeelde derde plek van de brede klassieke universiteiten