'Nut en nog eens nut', zo kwalificeerde Johan Huizinga het universitaire onderzoek in de negentiende eeuw. De onderzoekers in die tijd waren echter wel degelijk geïnteresseerd in wat wij 'zuivere wetenschap' noemen. Maar zij zagen geen tegenstelling tussen 'zuiver wetenschappelijk' onderzoek en het dienen van het algemeen maatschappelijk belang. Ook begrippen als 'zuiver' en 'toegepast' wetenschappelijk onderzoek moeten dus in hun historische context worden begrepen. Bert Theunissen demonstreert dit aan de hand van de wetenschapsbeelden van vooraanstaande negentiende-eeuwse natuuronderzoekers als Jan Hendrik van Swinden, Pieter Harting, Gerrit Jan Mulder, F.C. Donders, Hugo de Vries en H.A. Lorentz. In de loop van de negentiende eeuw werden de meeste hoogleraren behalve docent ook gespecialiseerd onderzoeker. Maar het bekende beeld van de universiteit als ivoren toren is niet van toepassing. Men bleef benadrukken dat de universiteit vitale maatschappelijke belangen diende. Deze goed geschreven studie laat zien dat onderzoek van wetenschapsbeelden niet alleen inzicht biedt in de opvattingen over wetenschap en haar relatie met de samenleving, maar ook kan leiden tot herwaardering van het werk van individuele wetenschappers.
Curiositeit = Curiosity : kijken naar rariteitenkabinetten en natuurwetenschappelijke collecties = looking at cabinets of curiosities and natural history collections/ Willem J. Mulder, Ludo Hellemans, Piet ’t Hart ; fotografie: Rosamund Purcell
Utrecht: Utrechts Universiteitsmuseum en Roche Nederland, 1996
Pagina/deel
107 p.
Illustraties
ill.
publication
Titel
Het Caroline Bleeker gebouw, thuisbasis van de Instrumentele Groep Fysica van de Universiteit Utrecht / [tekst: G. van Ginkel, A.C.L. van Gameren en J. Verkerk]
Nineteenth-Century Scientific Instruments and their Makers : Papers presented at the Fourth Scientific Instrument Symposium, Amsterdam 23-26 October 1984 / onder red. van P. de Clercq. - Leiden: Rodopi, 1985. - p. 205-225