Nederlanders zien massamedia te weinig als cultuuruiting, betoogt prof.dr. William Uricchio. En dat terwijl ze de aangewezen weg zijn om de pluriformiteit, het handelsmerk van de Nederlandse samenleving, in stand te houden
Paul Schnabel (1948) staat te boek als een vlijtig auteur van boeken, recensies, columns en artikelen. Meer dan eens zijn dat publikaties met een relativerende ondertoon. In zijn laatste boek 'De weerbarstige geestesziekte' schrijft de Utrechtse hoogleraar: "Hoe gezonder de bevolking, hoe groter de behoefte aan gezondheidszorg."
Met zijn column in het Universiteitsblad blijft hij voorlopig doorgaan. "Ik vind het leuk om de boel af en toe op scherp te zetten." Maar de faculteit Sociale Wetenschappen moet het verder zonder Hans Adriaansens doen. Portret van een bestuurder met 'brains and balls". "Utrecht heeft de mooiste faculteit van het land."
Als kleuter zocht hij al naar verklaringen voor onbegrijpelijke verschijnselen. Ook nu nog is het betreden van onbekend terrein de grote passie van prof.dr. Gerard 't Hooft. Begin november kreeg de Utrechtse theoretisch fysicus een Spinoza-prijs van twee miljoen gulden van NWO. Eerder dit jaar nam hij in Philadelphia de prestigieuze Franklin-medaille in ontvangst. Al jaren wordt gefluisterd dat er in Stockholm een Nobelprijs op hem ligt te wachten
Dit najaar neemt hij afscheid: Prof. Dr. Maarten van Rossem. Bijna vijftig jaar was hij verbonden aan de Universiteit Utrecht. Eerst als student, de laatste jaren als bijzonder hoogleraar Geschiedenis aangesteld door het U-fonds. De grootste bekendheid verwierf hij als Amerika-deskundige op radio en televisie. Met de Amerikaanse verkiezingen voor de deur blijft hij voorlopig dus in beeld. Speciaal voor Illuster interviewde John Jansen van Galen (journalist, schrijver en presentator van Met het Oog op Morgen) het Utrechtse boegbeeld
Verwondering is een subjectief begrip, zegt prof.dr. Gerard ’t Hooft, hoogleraar theoretische fysica en winnaar van de Nobelprijs natuurkunde 1999. Het meest verbazingwekkende is misschien nog wel dat de natuur zo logisch in elkaar zit
De arts-hoogleraar Schroeder van der Kolk stond aan de basis van de psychiatrie in Nederland. Deze biografie van een hervormer met een grote reputatie werpt tegelijk een nieuw licht op de geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg. Mede dankzij de Utrechtse hoogleraar geneeskunde J.L.C. Schroeder van der Kolk (1797-1862) kreeg de psychiatrie in de negentiende eeuw vorm als nieuwe sociale en wetenschappelijke institutie. Het geijkte beeld is dat de Nederlandse psychiatrie, net als andere wetenschappen, achterbleef bij de grote hervormings-bewegingen in Europa. Dit boek over Schroeder van der Kolk laat zien dat nieuwe ideeën over de zorg voor krankzinnigen en moderne Franse opvattingen over de geneeskunde hier juist al vroeg ingang vonden