'De besmettingsleer zit in de lift. Ik denk dat ons vakgebied een revolutie tegemoet gaat. Van een aantal ziektes beginnen we de laatste jaren te ontdekken dat hun oorzaak een infectie is. Maagzweren, hartinfarcten, baarmoederhalskanker, atherosclerose... bacterieën of virussen zouden er een rol in kunnen spelen'
Het leven van criminoloog Frank Bovenkerk is net een jongensboek. "Ik heb zoveel leuke dingen gedaan", vertelt hij. "Een oude inbreker uit Utrecht geportretteerd, 'ondeugende dingetjes' deed-ie. Hij had dertien jaar van zijn leven in gevangenissen doorgebracht. En altijd prettig gezeten, zei hij. Hij komt nu nog wel eens koffie drinken. Prachtige man"
Het begon als onderkomen voor Nederlandse kunsthistorici die zelf onderzoek wilden doen in de schatkamers van de Italiaanse musea en archieven. Maar sinds de oprichting in 1958 is het Nederlands Kunsthistorisch Instituut uitgegroeid tot een wetenschappelijke onderneming met veel ijzers in het vuur. Rode draad door alle activiteiten: de artistieke relaties tussen Italië en de Nederlanden. Een gesprek met Bert Meijer, directeur en hoogleraar hoogleraar Beeldende kunst van de renaissance in Italië en de Nederlanden
Hoe verleidelijk is het voor medisch specialisten om de belangen van hun patiënten ondergeschikt te maken aan de mogelijkheden die de techniek te bieden heeft? Ethica Heleen Dupuis schreef onlangs een venijnige studie over goed en kwaad in de geneeskunde 'Op het scherp van de snede'. Veel kostbare en belastende ingrepen kunnen volgens haar achterwege blijven als artsen beter nadenken over de gevolgen van hun handelen. Een revolutie in het ziekenhuis? Enekele reacties uit de geneeskundige wereld, o.a. van prof. dr. Geert Blijham, nuanceren het beeld van de medisch specialist die desnoods doorgaat 'tot de dood erop volgt'
Beminnelijk, intelligent, enthousiast, energiek, charmant, geliefd, soms ongeduldig, een 'strategy man', een doorzetter... Wie de kranten de afgelopen maanden heeft gevolgd zou gaan vermoeden dat de heiligverklaring van oudAZU-voorzitter Gerlach Cerfontaine aanstaande is. Na zestien bestuursjaren in het Wilhelmina Kinderziekenhuis en Academisch Ziekenhuis Utrecht verruilt de man van de 'encounter' en de beleidsreserves de gezondheidszorg voor de luchtvaart
Na twintig jaar van strijd en discussie gaat het goed met Vrouwenstudies, vinden de dames hoogleraren die in dit vak in Nederland de dienst uitmaken. De discipline is in rustiger vaarwater terechtgekomen en heeft zich gevestigd als een serieuze tak van wetenschap. Tegelijkertijd loopt landelijk de belangstelling terug en blijkt het imago - volgens een recent onderzoek onder Amsterdamse studenten en docenten - beroerd. Het woord vrouwenstudies roept daar louter negatieve associaties op. Hoe beoordeelt hoogleraar Rosi Braidotti de stand van zaken, met name in Utrecht? 'Vrouwenstudies is here to stay'
'Ik denk bijvoorbeeld aan het verfproces. Wat weet men in de verfindustrie af van het eigenlijk gebeuren in deze tak van nijverheid? De bedrijfskennis is veelal die van een werkmeester, de methoden die der toepassing van een aantal empirische recepten. Toch is in het wetenschappelijk onderzoek der kleurstof-adsorptie gebleken dat het verfproces een typisch electro-capillair proces is...' Met andere woorden: de maatschappij - het bedrijfsleven in het bijzonder - zou meer nut moeten halen uit het wetenschappelijk onderzoek
Cees van Oosterhout (1963) had als kind een grote droom: dinosaurussen opgraven. Jaren later studeerde hij af in de paleontologie en begon een geologisch consultancybureau. Bert van der Zwaan (1952) staat bekend als een uiterst gedreven docent en kan lyrisch worden over de schoonheid van eencellige fossielen
Met nauwelijks meer op zak dan een opzet voor zijn scriptie vluchtte de Tsjech Zdenek Dittrich in 1948 naar Nederland. Twee jaar later behaalde hij in Utrecht zijn doctoraal geschiedenis, mede dankzij steun van de pas opgerichte Stichting voor vluchtelingstudenten UAF. Dittrich, inmiddels emeritus-hoogleraar Oost-Europese geschiedenis, blikt terug
"Het is een veeg teken als toonaangevende vakbeoefenaren het bijltje erbij neergooien, omdat de beslissingen van de geldverdelende instanties te zeer afwijken van hun eigen maatstaven." Aldus de eerste zin van de column in NRC Handelsblad waarmee Christien Brinkgreve in maart 1998 opzien baarde onder vakgenoten. De Utrechtse hoogleraar Algemene Sociale Wetenschappen ergert zich aan de eenzijdige financiering van de Nederlandse sociologie. "Er is een monocultuur aan het ontstaan, die slecht is voor de wetenschap"