Hoogleraar te Franeker. De universiteit te Utrecht bood hem in 1649 een professoraat aan maar hij weigerde de positie, maar twee jaar later nam hij de uitnodiging aan van de curatoren van de universiteit van Leiden
In memoriam mr. B. C. J. Loder / door H.H.A. van Gybland Oosterhoff, 2 p.; Waarom ik president-curator van de indologische faculteit te Utrecht werd / door B.C.J. Loder, 2 p.; De rijkseenheid bedreigd .... en verzuimd / door F.C. Gerretson, 14 p.; Waarom het fonds voor indologische studiën aan de Rijks-Universiteit te Utrecht is opgericht / door J.R. Suyling, 9 p.; Uit de geschiedenis van de oprichting van de indologische faculteit te Utrecht / door H.H.A. van Gybland Oosterhoff, 23 p.; Langs lijnen van historischen groei / door B.C. de Savornin Lohman, 13 p.; Indisch staatsrecht en adatrecht / door I.A. Nederburgh, 7 p.; De Utrechtsche faculteit en het Nederlandsch-Indisch agrarisch recht / door G.J. Nolst Trenité, 10 p.; De geschiedenis der vereenigde faculteiten der rechtsgeleerdheid en der letteren en wijsbegeerten / door H.A. Westra, 7 p.; Tien jaren Utrechtsche indologenvereeniging / door F.J.J. Besier, 28 p.; Een blik in de toekomst / door C.W. Vollgraff, 15 p.