De Utrechtse hoogleraar Petrus Burman (1668-1741) voerde tussen 1709 en 1715 een hevige wetenschappelijke strijd tegen zijn vijanden. In die zelfde tijd werd hem een proces aangedaan door 'een minderwaardig vrouwspersoon' (NNBW) wegens defloratie. 'Omtrent den afloop van het proces bestaat geen zekerheid, doch de diepe verontwaardiging waarmede Burman in zijn geschriften alle schuld ver van zich werpt, doet vermoeden dat hij het slachtoffer is geworden van een tegen hem gericht boos opzet.' (NNWB). Burman zou eind 1708 tijdens de Utrechtse kermis Dina van Woudenberg uit Den Haag, dochter van Dina van Spangen, wed. Jan van Woudenberg, hebben bezwangerd. De processtukken uit deze jaren verschaffen een uitvoerig verhaal over de gebeurtenissen waarbij een aantal inwoners van Utrecht een rol spelen
Hierachter : Aan den Duitschen berisper van den oversetter van 't gedigt van ... Burman