Over de contacten van oud-hoogleraaar Middeleeuwse Geschiedenis Marietje van Winter met de DDR
36 wetenschappers en docenten praten over hun werk, passie en ambitie
Ernst Cohen werd geboren in 1869 en wachtte als leerling van de Nobelprijswinnaar chemie J.H. van ’t Hoff een toekomst in de wetenschap. In 1902 verwierf hij een professoraat in Utrecht, in 1904 een nieuw anorganisch-chemisch laboratorium dat aan de eisen van de tijd voldeed. Cohens onderzoek resulteerde in de ene na de andere publicatie. Hij schreef bovendien vele malen over onderwerpen uit de geschiedenis van de natuurwetenschap. En ook met zijn onderwijs liep het goed, blijkens de promoties die onder zijn leiding vielen en het constante beroep, dat allerlei instellingen op hem deden om lezingen te houden. In 1913 viel Cohen het lidmaatschap van de Koninklijke Akademie ten deel. Internationale contacten, die gepaard gingen met reizen naar onder meer de Verenigde Staten, vormen een opvallend accent in de loopbaan van Cohen. Hij werd onderscheiden met eredoctoraten in Cambridge, Karlsruhe en Philadelphia. Cohens nu voor het eerst uitgegeven Levensherinneringen lopen tot aan zijn emeritering in 1939. Hij voegde daaraan een appendix toe, die met de totale wending in zijn situatie te maken had ten gevolge van de oorlog. De door hemzelf bedachte titel luidde Na driekwart eeuw. Op 7 maart 1944 zou Cohen 75 jaar geworden zijn. Door zijn dood op 6 maart 1944 bereikte hij de driekwart eeuw net niet. Op 6 maart 1944 kwam Ernst Cohen om in de gaskamers van Auschwitz. Hij was een van de tienduizenden Joden, van wie het leven daar op een gruwelijke manier eindigde. Van de meeste slachtoffers van de holocaust is nauwelijks meer dan een naam bekend en soms dat niet eens. Voor een oud-hoogleraar ligt het uiteraard anders
Bijzonder Hoogleraar in de Kindernefrologie Universiteit Utrecht
Met zijn nieuwe boek ”Wereld in woorden” zet prof. dr. Frits van Oostrom de kroon op een glanzende carrière. „Als vakman heb ik wel uit mezelf gehaald wat erin zit. Maar als vader ben ik daar veel minder zeker van.” Een interview
In 1778 verscheen, postuum, het ‘Commentaar op de Grondwetten’ van Christiaan Hendrik Trotz (1703-1773). Het was het eerste artikelsgewijze grondwetscommentaar van Nederland, en Trotz was de eerste hoogleraar in het Nederlandse staatsrecht. Hij kreeg die leeropdracht in 1755, enkele jaren nadat de stadhouder Willem IV stadhouder voor alle provincies van de toenmalige Nederlandse Republiek was geworden. Christian Korbeld bestudeerde de samenhang tussen het staatsrechtelijke werk van Trotz en de politieke ontwikkelingen van zijn tijd. Terwijl de stadhouder macht naar zich toe trok, probeerden de regenten hun oude vrijheid op politiek en religieus vlak te waarborgen door middel van door hen becommentarieerde historische ‘Grondwetten’