David de Wied (1925-2004) was een vermaard Utrechts farmacoloog en heeft een belangrijk deel van zijn leven besteed als onderzoeker en directeur van het Rudolf Magnus Instituut. Biografie over zijn leven en wetenschappelijk werk.
Hoornbeeck trad in de sporen van Voetius en heeft het boek van Voetius 'Disputatie over de geestelijke verlating' uitgebreid met zijn eigen bevinden. Hij is hoogleraar geweest in Utrecht en Leiden en was een veelschrijver. Zijn hoofdwerk was de 'Samenvatting van de geschilpunten van de religie met de ongelovigen, ketters en kerkscheuders' (1653). Heidenen, joden, maar ook wederdopers en andere dwaalleraars komen uitvoerig in beeld in dat werk van ruim 900 pagina's. In dit boek mogen we daaruit enkele passages proeven. Ook van enkele andere van zijn geschriften zijn passages opgenomen in het oorspronkelijke zeventiende-eeuwse Nederlands. Maar Hoornbeeck was niet alleen hoogleraar, maar ook nog plaatselijk predikant met al het werk dat er in gemeente en kerkverband bij kwam kijken. In zijn Leidse tijd schreef hij over meer praktische onderwerpen als catechese, de sabbat en over het omgaan met de armen in kerk en maatschappij. Na de bespreking van leven en werk en een bloemlezing met toelichting sluit het boek af met een literatuuropgave en eindnoten