Ondanks het erkende succes groeide aan het eind van de vorige eeuw de ontevredenheid met de anatomisch-fysiologische benadering in de psychiatrie, onder andere in christelijke kring. Het artikel volgt de gereformeerde hoogleraar Bouman (1869-1936) op zijn zoektocht naar de `ziel' in de psychiatrie. Omdat ziel en lichaam fundamenteel van elkaar verschillen, moest volgens Bouman de wetenschap die het psychische onderzoekt ook van andere aard zijn dan de natuurwetenschappelijke psychiatrie. De psychoanalyse was volgens hem geen echte psychologie: zij bleef mechanistisch en zocht naar causale verklaringen. Hij voelde zich theoretisch meer aangetrokken tot de fenomenologie van Jaspers die hij verbond met het personalisme van Stern en de totaliteitsconceptie van Goldstein. Ondertussen werd de `psychologische' psychiatrie in Nederland bestreden door C. Winkler. In 1925 probeerde de faculteit diens leerstoel in de psychiatrie en neurologie te behouden voor de anatomisch-fysiologische richting. De minister echter (een geloofsgenoot van Bouman) wenste de `psychologische' richting te bevorderen en benoemde Bouman als opvolger van Winkler. Het artikel concludeert dat in Nederland onder anderen dankzij Bouman een nieuwe, psychologische benadering ingang vond, die de oudere, natuurwetenschappelijke psychiatrie echter niet verving maar aanvulde. De fenomenologie lijkt hierbij een grotere rol gespeeld te hebben dan de psychoanalyse.
Nicolaas Cornelis de Fremery (1770-1844) was one of the early palaeontologists in The Netherlands. After his studies in Leiden he was appointed professor in medicine, pharmacy, chemistry and natural history at the university of Utrecht. De Fremery published in his later years three articles on Dutch fossil mammals. In his first publication on a fossil skull of Bos primigenius, found in 1825 at Eembrugge, he clearly points out his ideas on geology. De Fremery appears to be influenced by the catastrofism theory of Georges Cuvier (1769-1832). De Fremery, however, added some remarkable new views to this widespread theory. The aim of this article is to analyse his work on the palaeozoology and the geology of The Netherlands. Comparisons with some foreign contemporaries are made.