Bevat een lijst van alle Nederlandse advocaten, hun herkomst en opleiding in de periode 1560-1811, waaronder ook Utrechtse hoogleraren rechtsgeleerdheid als J. Ackersdijk
De Toga om de wetenschap : ontwikkelingen in het hoger onderwijs in de geneeskunde, natuurwetenschappen en techniek in België en Nederland (1850-1940) / onder red. van L.C. Palm, G. Vanpaemel en F.H. van Lunteren
'Nut en nog eens nut', zo kwalificeerde Johan Huizinga het universitaire onderzoek in de negentiende eeuw. De onderzoekers in die tijd waren echter wel degelijk geïnteresseerd in wat wij 'zuivere wetenschap' noemen. Maar zij zagen geen tegenstelling tussen 'zuiver wetenschappelijk' onderzoek en het dienen van het algemeen maatschappelijk belang. Ook begrippen als 'zuiver' en 'toegepast' wetenschappelijk onderzoek moeten dus in hun historische context worden begrepen. Bert Theunissen demonstreert dit aan de hand van de wetenschapsbeelden van vooraanstaande negentiende-eeuwse natuuronderzoekers als Jan Hendrik van Swinden, Pieter Harting, Gerrit Jan Mulder, F.C. Donders, Hugo de Vries en H.A. Lorentz. In de loop van de negentiende eeuw werden de meeste hoogleraren behalve docent ook gespecialiseerd onderzoeker. Maar het bekende beeld van de universiteit als ivoren toren is niet van toepassing. Men bleef benadrukken dat de universiteit vitale maatschappelijke belangen diende. Deze goed geschreven studie laat zien dat onderzoek van wetenschapsbeelden niet alleen inzicht biedt in de opvattingen over wetenschap en haar relatie met de samenleving, maar ook kan leiden tot herwaardering van het werk van individuele wetenschappers.
De geschiedenis van de scheikunde in Nederland : van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900 / H.A.M. Snelders. - Delft: Universitaire Pers, 1993. - Dl. I, p. 3-9
I. Van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900. II. De ontwikkeling van chemie en chemische technologie in de eerste helft van de twintigste eeuw. III. De ontwikkeling van de chemie van 1945 tot het begin van de jaren tachtig