Sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw kennen Nederlandse universiteiten kranten met redacties van professionele journalisten. Ze brengen nieuws over wat de universiteit, medewerkers en studenten raakt, en bieden een platform voor opinie en debat. De onafhankelijkheid van deze media lijkt in toenemende mate onder druk te staan. Toch ging de ontwikkeling van de universitaire pers vanaf het begin gepaard met spanningen. Welke rol speelden studentenbladen en universiteitsbrede voorlopers van de onafhankelijke kranten? Hoe veranderden de functie, inhoud, vorm en doelgroep van universiteitsbladen? En hoe verhielden deze veranderingen zich tot de tranformaties van de universiteit sinds de late negentiende eeuw? Deze bundel biedt een historisch perspectief op de universitaire pers als stem van de academische gemeenschap.
Samen met Ab Flipse (Vrije Universiteit Amsterdam) en Pieter Slaman (Universiteit Leiden) redigeerde Leen Dorsman De rector magnificus: Academicus in bestuur, bestuurder in de academie. In deze bundel wordt de positie van de rector magnificus geanalyseerd en van een historische voetnoot voorzien.
Bij het thema ‘religie en wetenschap’ denken veel mensen aan een geschiedenis van conflicten. Toch is bij nadere beschouwing de verhouding tussen geloof en wetenschap in het verleden niet zo gemakkelijk op één noemer te brengen. In de periode 1880-1940, die in dit boek centraal staat, ontbrak het zeker niet aan conflictstof, maar tegelijk was er een sterk verlangen naar synthese van religie en wetenschap. Eind negentiende eeuw stelden Nederlandse gereformeerden en rooms-katholieken zich steeds positiever op tegenover de moderniteit, inclusief de natuurwetenschap. Naast de bestaande ‘liberale wetenschap’ bepleitten zij het bestaansrecht van een ‘christelijke wetenschap’. Onderbouwing en rechtvaardiging voor deze visie vonden zij in de ideologie van het neocalvinisme en het neothomisme. Gereformeerde en rooms-katholieke natuurwetenschappers moesten het ideaal in praktijk brengen. Ab Flipse beschrijft wat deze idealen inhielden, op welke punten ze botsten met de dominante ‘liberale’ visie en wat ervan terecht is gekomen.